Hoe gaat het theorie-examen?
Het theorie-examen bestaat uit drie onderdelen:
Gevaarherkenning gaat over het herkennen van gevaar en bepalen wat je moet doen.
Het onderdeel gevaarherkenning bestaat uit 25 vragen, hiervan moet je 13 of meer vragen goed beantwoorden.
Kennis is het onderdeel waar je moet laten zien dat je feiten of regels over de onderwerpen kunt herkennen en benoemen.
Het onderdeel kennis bestaat uit 12 vragen, hiervan moet je 10 of meer vragen goed beantwoorden.
Inzicht is het onderdeel waar je moet laten zien dat je regels over de onderwerpen kunt toepassen en een juiste gedragsbeslissing kunt nemen.
Het onderdeel inzicht bestaat uit 28 vragen, hiervan moet je 25 of meer vragen goed beantwoorden.
Bij de onderdelen kennis en inzicht krijg je in totaal ook 2 testvragen.
Wat voor soort vragen krijg je tijdens je theorie-examen?
Hieronder vind je voorbeelden van de soorten vragen die je tegen kan komen in het theorie-examen voor de auto, motor en bromfiets.
De sleepvraag: Sleep de cijfers naar de juiste plaatsen in de afbeelding.
Degene die als eerste mag geef je nummer 1, de volgende nummer 2 en de laatste geef je nummer 3.
De single-sleepvraag: Sleep het vinkje naar de juiste plaats in de afbeelding.
De invulvraag: Vul het juiste getal in. Dit doe je met het toetsenbord dat op het scherm verschijnt.
De hotspotvraag: Tik het juiste antwoord in de afbeelding aan.
De ja/nee-vraag: Bij de ja/nee-vraag beantwoord je de vraag met ja of nee.
De meerkeuzevraag: Bij de meerkeuzevraag kies je het juiste antwoord uit twee of drie antwoordmogelijkheden.
In het examencentrum
Neem naar je theorie-examen een geldig identiteitsbewijs en je reserveringsnummer mee. Dit nummer staat in de brief of e-mail die je hebt ontvangen. In de examenzaal mag je alleen je identiteitsbewijs meenemen. Zorg dat je een kwartier van tevoren op het examencentrum bent.
Op het examencentrum volg je deze stappen:
1. Aanmelden bij de aanmeldzuil
- Toets je reserveringsnummer in en controleer je gegevens. Dit nummer staat in de brief of e-mail die je hebt ontvangen.
2. Spullen in het kluisje
- Stop al je spullen in een kluisje, behalve je identiteitsbewijs.
3. Wacht tot je aan de beurt bent
- Wacht in de wachtruimte en volg de aanwijzingen
op de beeldschermen. Daarop zie je jouw reserveringsnummer met daarachter een
status:
- ‘Aangemeld’ betekent: je bent aangemeld voor het examen. Zodra er plaats is, word je opgeroepen.
- ‘Spullen in de locker’ betekent: je bent bijna aan de beurt. Als het goed is, heb je al je spullen eerder al in je kluisje gedaan. Behalve je identiteitsbewijs. Check dit nog 1 keer.
- ‘Ga naar start examen’ betekent: je bent aan de beurt. Meld je bij de balie ‘Start examen’.
4. Inchecken bij de balie ‘start examen’
- Hier controleert een medewerker je identiteitsbewijs en krijg je je tafelnummer. Als je een examen met extra tijd doet, krijg je hier oordopjes.
5. Het examen
- Neem plaats in de examenzaal aan de tafel met het juiste tafelnummer. Leg je identiteitsbewijs op tafel en voer je reserveringsnummer in. Check of je e-mailadres klopt en kies dan ‘Start’. Volg de instructies op het scherm.
6. Einde examen
- Na afloop van het examen krijg je meteen de uitslag.
👍: geslaagd 👎: gezakt
7. Fouten terugkijken
- Je ziet hier het door jou gegeven antwoord.
8. Verlaat de examenzaal en haal je spullen uit het kluisje. Je kunt nu naar huis.
De uitslag
Binnen 24 uur krijg je de uitslag van je examen ook via e-mail. Bij de start van je examen controleer je hiervoor het opgegeven e-mailadres of vul je dit alsnog in.
Ben je geslaagd?
Dan is je uitslag 1,5 jaar geldig.
Ben je gezakt?
In de e-mail vertellen ze je op welke onderwerpen je extra moet letten bij het leren voor je volgende theorie-examen.